Volgens de wet uit 1921 (die nog steeds geldt), zijn het bezit, de verkoop, de aankoop en de invoer van drugs zoals xtc verboden. Ook iemand de gelegenheid bieden om xtc te gebruiken is strafbaar. De wet zegt niet letterlijk dat gebruik strafbaar is, maar vermits je om een drug te gebruiken je die ook bezit moet hebben, wordt gebruik via een omweg bestraft.
Afhankelijk van hoe zwaar de overtreding is, voorziet de drugwet dat men een gevangenisstraf tussen drie maanden en vijf jaar én daar bovenop een geldboete tussen 1.000 en 100.000 euro kan krijgen. Dit bedrag moet vermenigvuldigd worden met 8 opdeciemen, wat betekent dat de boete in de praktijk tussen de 8.000 en 800.000 euro kan liggen. De wet bepaalt dus de minimum- en maximumstraf waartussen de rechtbank de straf kan bepalen. Zo kan de straf aangepast worden aan de persoon en de feiten. De rechtbank kan bijvoorbeeld een straf voorwaardelijk uitspreken, opschorten of uitstellen, al dan niet gekoppeld aan strikte voorwaarden.
In het verkeer geldt een nultolerantie voor druggebruik. Aan de hand van speekseltesten wordt gecontroleerd of chauffeurs onder invloed van xtc achter het stuur zitten. Bij overtreding krijg je onmiddellijk een tijdelijk rijverbod en volgt een grondigere analyse in een labo. Nadien kan de politierechtbank een geldboete en een mogelijk rijverbod.