Hoewel de trend duidelijk merkbaar is, is er in ons land nog weinig wetenschappelijk onderzoek naar cyberafhankelijkheid gevoerd. Voor België bestaan geen cijfergegevens, maar ruwe schattingen houden het op 34.000 mensen met een ‘internetverslaving’. Deze term werd in 1995 bij wijze van grap voor het eerst genoemd door de arts Ivan Goldberg. Er is wel nog steeds een discussie gaande over het feit of er werkelijk sprake is van ‘verslaving’ dan wel van dwangmatig (compulsief) gedrag.
Vormen van internetverslaving
Men kan op allerlei manieren afhankelijk raken van het internet. De meest voorkomende zijn: het bezoeken van pornosites, chatten, gokken op internet en games. Maar soms gaat het ook om ‘eenvoudige’ dingen, zoals het steeds oproepen van financiële pagina’s om de aandelenkoers te bekijken of elke vijf minuten checken of er mail is. Ook online sociale netwerken zijn riskant, omdat mensen het daar lastig kunnen krijgen om het verschil tussen de virtuele en de echte wereld te maken. Het internet oefent soms een grote aantrekkingskracht uit vanwege de anonimiteit, de bereikbaarheid, de beschikbaarheid, de onbegrensdheid en de sterke bevestiging.
Het blijkt moeilijk om het begrip internetverslaving of -afhankelijkheid juist te omschrijven. De vraag is of het internet niet enkel het medium is dat men gebruikt om datgene te hebben waarvan men afhankelijk is (seks, chatten, gokken,…). Obsessief gebruik van internet gaat alleszins vaak samen met andere verslavingen, bijvoorbeeld van gokken, porno, gaming of aandelenhandel. Maar het is niet duidelijk wat het aandeel van problematisch gokken of – pornogebruik onder internetverslavingen is. De snelst groeiende groep internetverslaafden is die van de online gamers.
Een verslaving met grote gevolgen
Bij een aantal mensen is de aantrekkingskracht van het internet zo groot dat het een aantal negatieve gevolgen heeft voor het dagelijks leven. Deze gevolgen worden niet altijd door de persoon zelf ervaren, maar soms wel door zijn of haar omgeving.
- Bijvoorbeeld een verstoord tijdsbesef: je kan niet stoppen met surfen of stopt pas wanneer er dringend iets anders moet gebeuren; of je hebt zelf het gevoel je tijd zinloos besteed te hebben, omdat er na gebruik weinig bevrediging is.
- Sociale en maatschappelijke gevolgen zijn ook mogelijk: problemen met school, werkgever, verwaarlozen van vriendschapsrelaties en gezinsleden.
- Op lichamelijk vlak is er soms sprake van een verstoord slaappatroon en RSI (problemen met de pols).
- Ook financiële problemen kunnen voorkomen.