Opgroeiende kinderen en jongeren hebben grenzen nodig. Grenzen scheppen duidelijkheid en houvast.
Ook al worden jongeren wel eens boos of blijven ze zeuren, het stellen van grenzen gaat niet ten koste van de relatie met je kind. Kinderen willen echt weten waar de grens ligt en wat van hen verwacht wordt. Ieder kind weet dat er grenzen nodig zijn, ze zien dat ook bij leeftijdsgenoten. Het niet stellen van grenzen of het stellen van een onrechtvaardige grens, kan je relatie wel aantasten. Als je kind protesteert, is het waarschijnlijk een grens die nodig is. Dan wilt je kind dat je volhoudt. Want als jij volhoudt, kan je kind dat ook. En als je kind voelt dat een grens terecht is, kan hij of zij de grens ook beter aanhouden.
Naast grenzen moet er ook altijd ruimte zijn voor inbreng en verantwoordelijkheid van je kind. Kinderen en jongeren halen hun eigenwaarde uit wat ze zelf mogen doen of beslissen (telefoon opnemen, een kledingstijl kiezen, zelfstandig ergens naartoe gaan, kamer inrichten). Besef ook dat het goed is wanneer jongeren mee willen discussiëren en beslissen. Door die meningsverschillen uit te praten, leren pubers een standpunt in te nemen en te verdedigen.
Er is wel een limiet aan de hoeveelheid zelfstandigheid die je van pubers kan verwachten. Jongeren beseffen niet altijd de gevolgen van hun beslissingen of gedrag. Ze gaan vaker eerst iets doen om pas dan erover na te denken, omdat het controlesysteem in hun hersenen (prefrontale cortex) nog in volle ontwikkeling is. Door dit gebrek aan zelfbeheersing zijn ze heel impulsief. Het is de taak van de ouders om hen hierin bij te sturen.