Als je kind in de problemen komt door zijn of haar gebruik, kan dat verschillende gevoelens bij jou als ouder oproepen. Misschien weet je daardoor niet altijd even goed hoe je je best kan gedragen ten opzichte van je zoon of dochter. Zeker als het moeilijk wordt om nog een gesprek te hebben of contact te maken.
Hoe je je zoon of dochter kan bijstaan, lees je elders op onze website. Maar er zijn ook heel wat zaken die, op korte of lange termijn, niet echt helpen.
Deze veelvoorkomende reacties zijn eigenlijk zo’n valkuilen:
- Ontkennen: Verder gaan alsof er geen probleem is en stil hopen dat de problemen vanzelf weer verdwijnen.
- Problemen oplossen: Bewust of onbewust de problemen die worden veroorzaakt door het gebruik overnemen en oplossen. Met andere woorden: de brokken lijmen. Denk hierbij aan schulden betalen, geld geven, excuses verzinnen, opruimen, …
- Controleren: Proberen controle te krijgen op het gebruik in de hoop het zo te kunnen beperken of stoppen. Denk aan flessen in huis zoeken en leeggieten, of het doen en laten van je kind de hele tijd proberen volgen.
- Onverschilligheid: Opgeven, de energie niet meer kunnen opbrengen omdat je moegestreden bent, terugtrekken.
- Forceren: Proberen afdwingen dat je kind stopt met gebruik, terwijl hij of zij nog niet zo ver is.
Laat je kind in de mate van het mogelijke zelf de verantwoordelijkheid opnemen. Wie de gevolgen van zijn alcohol- of drugmisbruik zelf moet dragen, zal er sneller de nadelen van inzien. En zal ook sneller redenen ervaren om ermee te stoppen. Helpen betekent dus ook kordaat en consequent zijn.